Boekbespreking 'Als je de stilte ziet' van Thomas Verbogt
Over de auteur
Thomas Verbogt (1952) is een veelzijdige schrijver die veel heeft gepubliceerd romans, verhalenbundels, columns en toneelstukken, maar ondanks lovende recensies niet zo bekend is bij de lezers. “Als je de stilte ziet” hoort bij 2 vorige boeken, ”Als de winter voorbij is” (destijds genomineerd voor de Libris Literatuurprijs) en “Hoe alles moest beginnen”, in die zin dat de schrijver naar zijn eigen zeggen meer open beschrijft wat hij heeft meegemaakt en hoe hij in het leven staat. Nu hij ouder is maakt hij zich minder druk om wat anderen ervan zullen denken. Het schrijven betekent voor hem woorden geven aan gebeurtenissen om deze zo beter te kunnen begrijpen. Dit is begonnen toen hij op drie jarige leeftijd levensbedreigend ziek werd (hersenvliesontsteking) en weken in het ziekenhuis in quarantaine moest liggen. Hij herinnert zich dat hij zijn ouders alleen vanachter glas mocht zien en daarmee opeens verstoken was van alles wat hem tot dan toe veiligheid en geborgen had gegeven. Om te overleven probeerde hij er een leven bij te fantaseren; een zelfbedacht leven waarin hij het voor het zeggen had. “Schrijven is een manier van leven en niet iets wat je alleen maar doet.”
Thomas Verbogt omschrijft zichzelf als een wat teruggetrokken figuur, niet echt verlegen maar sociaal onhandig en als kind anders dan leeftijdgenoten. Hij zat het liefst alleen op zijn kamer te tekenen, schrijven of naar muziek te luisteren. Het leven in een zelfbedachte wereld gaat hem beter af dan in de realiteit. Belangrijk thema is de zoektocht naar verbondenheid; de verbinding tussen mensen en gebeurtenissen en de betekenis daarvan voor zijn eigen leven. Volgens een recensie in Trouw (Rob Schouten) is Thomas Verbogt met zijn verhalen over voorbije liefdes en gedane zaken de tekstschrijver van ons tekortschieten, het besef dat alles over gaat en toch ook blijft. “Ik ken geen auteur voor wie het verleden, in al zijn vaagheid en onherhaalbaarheid, zo’n concrete aanwezigheid is waar hij almaar mee blijft spelen”.
Over het boek
“Als je de stilte ziet” (uitgebracht in 2020) begint met een citaat uit een interview met Bob Dylan in het blad Rolling Stone (1978) waarin hij o.a. aangeeft “I live in my dream. I don’t really live in the actual world”. Ook wordt Sylvia Plath geciteerd uit haar dichtbundel ‘Elm’. “Is it the sea you hear in me, Its dissatisfactions? Or the voice of nothing, that was your madness?”
De roman zelf draait om herinneringen aan gebeurtenissen, beschreven vanuit het perspectief van de hoofdpersoon’ een naamloze toneelschrijver van middelbare leeftijd. De verteller vertoont veel overeenkomst met de schrijver zelf en is bij het ouder worden op zoek is naar wat er werkelijk toe doet in het leven. Hij probeert te begrijpen wat de betekenis is van de gebeurtenissen en hun onderlinge verbintenis. Herinneringen zijn daarbij belangrijk maar de vraag is of zij weergeven wat er zich daadwerkelijk heeft afgespeeld of dat het de betekenis is die de hoofdpersoon er zelf aan geeft? Naar voren komt verder een sterk verlangen naar een grote liefde, naar veiligheid en geborgenheid. “Het belangrijkste in je leven is niet gelukkig zijn maar dat je bij iemand hoort”. Tegelijkertijd lijkt hij zich in een relatie moeilijk te kunnen overgeven.
Bij aanvang van het boek is de hoofdpersoon nog een basisschoolkind. Hij is groeit op in een intact gezin met een veel oudere zus met wie hij het in zijn herinnering niet goed kan vinden. Zijn ouders worden beschreven als beschermende, goedwillende ouders die niet oordeelden en hechtten aan edelmoedigheid. Eigenschappen die hij bewonderde en waarvan hij wilde dat hij ze ook bezat. Belangrijke gebeurtenissen/personen die geregeld terugkomen in zijn herinneringen zijn de komst van Sander die als pleegkind in hun gezin wordt opgenomen en Martha zijn jeugdliefde. Sander is een even oude buurjongen wiens ouders niet langer voor hem kunnen zorgen. Zijn (getraumatiseerde) vader wordt na een gewelddadig optreden tegen de moeder van Sander opgenomen in een psychiatrische kliniek en zijn moeder vertrekt naar familie in het buitenland om tot rust te komen. De hoofdpersoon heeft het gewelddadig optreden gezien en ook meegemaakt dat zijn vader, die tussen beide kwam, gewond raakte. Naar hij zich herinnert door toedoen van de buurman, hetgeen hem erg heeft geraakt. Over het incident wordt niet meer gesproken en er ontstaat geen band tussen de jongens; de jonge hoofdpersoon ervaart Sander als afstandelijk en afwezig. Tussen hen hangt ‘een onbestemd gevoel; van onbehagen. Het enige wat ze delen was hun muziekvoorkeur; beide waren fan van (de teksten) Bob Dylan en gevoelig voor de sfeer die de cellosuites van Bach op riepen. Zij verliezen elkaar na de middelbare school uit het oog. Een andere onopgeloste kwestie betreft Martha, de jeugdliefde van de verteller, die tegen de verwachting in, niet reageert op zijn uitnodiging samen zijn 20e verjaardag te vieren. De verteller ervaart dit als afwijzing.
Er zijn meerdere relaties waarbij opvalt dat de ontmoetingen veelal bij toeval en op initiatief van de vrouw tot stond kwamen. Soms was het bij aanvang al duidelijk dat het om een vrijblijvende relatie ging; een tijdelijk samenzijn. Het waren de vrouwen die na korte of langere tijd weer vertrokken, terug naar hun partner of hun eigen woning. De hoofdpersoon verzet zich niet tegen hun vertrek, ook niet als een van de vrouwen een kind krijgt van wie hij mogelijk de vader is.” Is het niet zo dat men in de kern het liefst alleen is? vraagt hij aan een van de vriendinnen bij haar vertrek. Opmerkelijk is het verder nog dat hij in levendige bewoordingen verslag doet van de uitstapjes die hij in zijn fantasie met zijn dochter maakt, terwijl hij in werkelijkheid geen contact met haar heeft.
De schrijver ervaart zelf zijn inschikkelijkheid niet als passiviteit of afhankelijkheid, ziet het eerder als behorend bij iemand die sterk hecht aan onafhankelijkheid/autonomie zo blijkt uit een interview.
Zowel Sander als Martha keren aan het eind van het boek op wat wonderbaarlijke wijze terug in het leven van de verteller. Het betreft wederom toevallige ontmoetingen die ditmaal voor verduidelijking zorgen. Ook blijkt dan dat bepaalde herinneringen van de hoofdpersoon aan de relatie met zijn zus niet geheel overeenkomen met haar ervaringen noch met concrete voorbeelden (foto’s van vroeger). Minder duidelijk (voor mij althans) was het nieuwe inzicht in de verhouding met Sander.
De hoofdpersoon concludeert dat “alles ertoe doet, ook als je het niet begrijpt’.
Wat schrijfstijl betreft, is er sprake van beeldend taalgebruik waarbij erg lange zinnen (halve bladzij) afgewisseld worden met korte en bondige zinnen. Het verhaal ontwikkelt zich wat traag doordat het vertelde zich veelal afspeelt in de gedachten van de hoofdpersoon; veel zelfreflectie en minder actie.
Boekbespreking
8 – Ingewikkeld boek, verwarrend, waar gaat het over? Een interview met de schrijver geeft mij veel duidelijkheid. Herinneringen komen die weer met de werkelijkheid verbinden. Mooi thema – leven op orde brengen – verbinding zoeken – leef je het leven dat je wilt leven, veiligheid, geborgenheid, verlangen. Mooi taalgebruik – bijzondere schrijver en ook een bijzonder boek.
7 – Een verdwaalboek, waarin je wordt meegenomen door de gedachten van de schrijver. Soms lastig te volgen maar toch een 7 om zijn prachtige poëtische zinnen. Geen makkelijk boek , je blijft met vragen zitten waar geen antwoord op komt.
6 – Voor mij een heel verwarrend boek, omdat de hoofdpersoon heel veel in zijn hoofd zit. Wat me heel erg ergerde was het feit dat hij zo flegmatisch alles over zich heen liet komen. Ik had de neiging om hem af en toe een schop te geven. Wel een mooie schrijfstijl.
8 –Vanwege het prachtige poëtische taalgebruik en vanwege de interessante thema’s: wat is waar, wat is fantasie/ de verschillende manieren waarop levens kunnen verlopen. We missen allemaal afslagen in ons leven, de hoofdpersoon van dit boek wel heel veel.
6 – Taai boek vond ik het. Heb het twee keer moeten lezen, want dwaalde steeds af. Mooie zinnen, bijzondere invallen maar desondanks wat mij betreft geen aanrader.
7- Mooi geschreven maar vaak erg verwarrend. Roept meer vragen op dan dat je antwoorden krijgt. Leest wel makkelijk weg. Ik las het vaak voor het slapen gaan en kon dus ook heerlijk slapen met dit boek.
6 - En na de bespreking een 7. Het boek pakte me niet. Ik vond het lastig om te lezen. De verteller zit veel in zijn hoofd, checked weinig in de werkelijkheid. Veel gedachtencirkels, maar de roman lijkt in feite een bedachte weergave van de schrijver als hij terugblikt op zijn leven. Hij(de hoofdpersoon en de auteur) laat veel dingen gebeuren en lijkt weinig besef te hebben van z’n eigen invloed op gebeurtenissen.